Ecuador met m´n moeder...
Door: Webmaster
Blijf op de hoogte en volg Bas
19 November 2007 | Ecuador, Quito
Ze zou om acht uur aankomen, maar bij aankomst op het vliegveld, netjes om kwart voor acht (ongekend voor mij doen!), stond een vertraging van een uur al op de borden aangegeven. Dat betekende een lang uur wachten; `t uur ging tergend sloom voorbij en gek genoeg was ik best zenuwachtig om weer een bekende te gaan ontmoeten na zo´n tijd…
Later bleek dat m´n moeder vanuit Amsterdam al met twee uur vertraging was vertrokken en eigenlijk nog gewoon een uur was ingelopen op de verwachte aankomsttijd…
Herenigd, trokken we gelijk op naar ons hotel in het oude centrum. Daar aangekomen werd m´n moeders backpack met al de meegenomen heerlijke Hollandse eetwaar uitgepakt. De buit betrof: pindakaas, sandwichspread, twee repen chocola en Sportlife-kauwgom. Heerlijk, na een half jaar.
Vanaf een uur of twaalf tot zeven uur `s avonds liepen we heerlijk relaxed (want planloos) rond in de stad, om onderweg een enkele keer te stoppen om wat te eten. Om een uur of vier klommen we omhoog langs een van de bergruggen die Quito kent. Daar aangekomen genoten we twee uur van een prachtig uitzicht over Quito. Na twee uur waren we eigenlijk nog niet klaar met dit uitzichtspunt, ware het niet dat de plaatselijke bewoners van deze wijk ons waarschuwden, dat deze plek niet geheel gevaarloos was…Oepsss, dat wisten we niet! Gezien de goede staat waar de wijk in verkeerde, konden we dat ook niet echt vermoeden. We daalden daarna maar vlug af, terug naar ons veilige hostel.
Teruggekomen in het hostel was m´n moeder (volkomen logisch) afgedraaid van de reis naar Quito en het daarnaast vele lopen in de stad op hoogte (Quito ligt op 3000 meter).
Ik ging die avond Alexandra nog ontmoeten om naar de bios te gaan en naar het nieuwe gedeelte van Quito, waar verrassend genoeg alles tot zèèr laat open was op een doordeweekse maandag. En natuurlijk werd het zèèr laat òf uh…vrij vroeg…
Dinsdagmorgen ontbeten we gewoon op tijd van negen tot tien. Daarna checkten we uit en vertrokken we op het midden van de dag naar Otovalo. Volgens de reisgidsen is Otovalo slechts interessant op zaterdagen als de grote markt wordt gehouden, maar wij wilden deze hoek van Ecuador toch verkennen. De bustocht duurde slechts drieenhalf uur en `t uitzicht was voor ons beiden nieuw te noemen. Voor mij waren de bergen duidelijk verschillend van Centraal Amerika. Na een uurtje kijken werden m´n ogen, na m`n korte nachtrust, zwaarder en zwaarder. Ik gaf toe aan de slaap…en voor ik het wist, waren we aangekomen op de plaats van bestemming.
In Otovalo gingen we eerst koffie drinken in de panaderia op de hoek van de busterminal. Daarna hadden we voldoende energie om de zoektocht naar een hostel in te zetten. Onze eerste gok, was volgens de Footprint een aanrader, maar bij bezichtiging door ons als een regelrechte misser te bestempelen. We gingen daarom naar onze tweede keus…en die was top! Voor vijf dollar per persoon verbleven we in ´Hostel Maria´ en hadden we een warme douche, handdoeken en een schone kamer…
Om vijf uur, nèt voor het vallen van de avond, verkenden we nog snel het stadje. Otovalo kent (vrij standaard in Latijns Amerika, maar nieuw voor m´n moeder) een centrale plaza met een daaraan gelegen kerkje. Op een ander pleintje was `t dagelijks marktje bezig met afbreken. Zaterdags groeide dit marktje uit tot een grote toeristische trekpleister...maar ja, `t was dinsdag.
De volgende dag ontbeten we met ananas en brood. Bij mij ging er op m´n brood een lekkere lik pindakaas! Sommige dingen mis je toch best wel en pindakaas is zeker één van die dingen... We smeerden ook wat bammetjes voor onderweg, want we wilden een volle dag in de omgeving van Otovalo rondlopen.
We namen een taxi naar de ingang van een dichtbijgelegen park, waar de hoofdattractie bestond uit het bezichtigen van enkele watervallen. Aangekomen bij de watervallen, wilden we volop beginnen met het de fotoshoot...maarreh...na een vijftal foto´s was de camera leeg! Gigi, wat een pech! Maar ja `elk nadeel heeft z´n voordeel`! Die dag waren we gevrijwaard van het denken aan fotomomenten. Na de watervallen liepen we een berg op...en nèt voordat je het idee had in een uniek stukje natuur te zijn, zagen we menig afval liggen...ennuh even later hoorden we ook boven ons een auto rijden...Hmm, een weg?!
Aangekomen op de weg, besloten we ´m maar te volgen. De weg loodste ons langs mensen die de was aan `t doen waren in een klein riviertje, langs koeien en varkens die graasden, langs oude, soms bijna vervallen huisjes, langs de vele akkertjes die van de reusachtige bergen die `t landschap kende een lappendeken maakte, en tot slot langs een geslacht varken dat buiten ophing bij de lokale slagerij...Erg interessant, vriendelijk ogend en vooral verschillend van hetgeen we gewend zijn. Om een uur of twee lasten we een pauze in door in een restaurantje aan een meer wat te drinken; het uitzicht was schitterend en de koffie verrassend goed. Na een uurtje vervolgden we met lopen. Onderweg kochten we nog druiven, die vrijwel allemaal door mij soldaat werden gemaakt, want m`n moeder vond het maar niks om de druiven ongewassen zò op te eten. `t Groentje! haha! Voor mij maakt het niet veel uit; ik ben waarschijnlijk toch al redelijk immuun voor het voedsel hier...
Om een uur of vijf kwamen aan op `t pleintje van een van de dorpjes. Hier gingen we op de plaza van `t dorpje zitten. Ondanks het late tjdstip, leek het dorpje nog in slaap te zijn; wat een rust. Na een uurtje gezeten te hebben, liepen we wat rond in het dorpje, alvorens de bus terug te pakken naar Otavalo.. In Otavalo aten we weer iets in de panaderia en gingen we terug naar ons hotel om wat te rusten. `s Avonds gingen we nog even naar de plaza om het plaatselijke feest te bekijken, maar dit stelde helaas niets voor. We keerden al gauw huiswaarts om vroeg naar bed te gaan. De volgende dag wachtte ons een reis naar Baños van zeven uur.
De reis begon om half negen `s ochtends en bracht ons eerst naar Quito waar we om elf uur aankwamen. Onze aansluiting in Quito sloot slecht aan op onze bus naar Baños en daarom moesten we een klein uurtje wachten. Natuurlijk was dit ´n ideale gelegenheid om een plaatselijke lunch uit te proberen op de Terminal Terrestre van Quito. We deden dat, maar de lunch kon ons niet bepaald bekoren; een brok bot en een soort zwoerd in een of andere vage soep, wat witte rijst en een gekookt ei, opgeleukt met een smerig drankje en warme melk vormden de ingredienten voor een tegenvallend experiment.
We waren ruim op tijd om de bus te pakken, want de kaartjesverkoper zei ons vooral op tijd te zijn: we moesten om half twaalf op een bus gaan wachten die om kwart voor twaalf zou vertrekken. Grote onzin natuurlijk, want in de regel vertrekken bussen niet op tijd in dit werelddeel. Zo ook nu niet; we vertrokken kwart òver twaalf. Het deerde ons niet, want deze dag stond slechts in het teken van reizen. We kamen om kwart voor vier aan en checkten meteen in bij het hotel ´Plantas y Blancos`...
Daarna stond ons de zware, en vaak onvreugdzame, tocht langs de verschillende reisagentschappen te wachten. Een tocht die meestal ergernis oplevert en niet automatisch in een positief resultaat eindigt. Deze keer moest de idee de Cotopaxi aan te doen, eraan geloven. Ik had verwacht dat het vanuit Baños evengoed mogelijk was en niet veel duurder zou zijn. Ik had het mis; het was duur en het plan werd naar de prullenbak verwezen...Na een aantal reisagentschappen waren we het zat en besloten we gewoon een mountainbike te huren de volgende dag. ´s Avonds aten we erg lekker in ´t èrg toeristische centrumpje bij de plaatselijke Mexicaan. Daarna nog even alleen het stappen gekeurd in Baños...hmm, dat viel weer `ns tegen...
Trouwens, het centrum van Baños kent, volgens de map van het plaatselijke toeristeninfocentrum, een ruime honderd ho(s)tels, ruim vijftig reisagentschappen en ook zo´n vijftig restaurants (ik stopte bij de restaurants met tellen)...Om maar een indruk te geven van het toeristische gehalte van deze plaats...
Vrijdag 9 september, stond onze eerste echt sportieve uitdaging te wachten; mountainbiken langs de ´Avenida de las Cascadas`. We stonden vroeg op, want alvorens het mountainbiken kon beginnen, moesten we eerst postkaarten versturen aan m´n nichtje Chantal, bellen naar het thuisfront, m´n kapotte vest wegbrengen naar de plaatselijke kleermaker en ´t belangrijkste van alle; de mountainbikes huren bij èèn van de vele reisburootjes. Om half èèn, vrij laat, begonnen we. De tocht zou waarschijnlijk zo´n vijf uur in beslag nemen en zou ons grotendeels heuvelafwaarts naar Rio Negro brengen. Vandaaruit was het mogelijk om een bus terug te pakken.
De tocht was imponerend te noemen; zoals door het reisagentschap beloofd, kregen we veel cascadas (watervallen) te zien. Zelfs zoveel dat het enthousiasme op een gegeven moment verstomde en we onverschillig werden voor het vele watergeweld rond ons heen...We hadden al een paar dagen door de Andes gereden met de bus, maar het fietsen in deze bergomgeving was een andere sensatie. Vooral de snelheid van afdwalen greep me! Onderweg moest ik de nodige keren wachten op m´n risicoaverse moeder. Het wachten was voor me niet bepaald verrassend, begrijpelijk en ontspannend. Want in de tussentijd kon ik foto´s maken en filmen.
Van drie tot vier hadden we de gelukkige pech op regen getrakteerd te worden tijdens onze doortocht door het kleine plaatsje ´Rio Verde´. We maakten van de nood een deugd, door de plaatselijke zwarte drab (ik wil het geen koffie noemen) en wat versbereide vruchtensappen te proberen... Op de achtergrond was een plaatselijke fanfare te beluisteren...Daarna vervolgden we onze tocht naar Rio Negro. Dit deel ging nog harder en sneller voor me! Woehoeeee!
Om half zes kwamen we aan in Rio Negro, een vriendelijk plaatsje in ´t midden van de Andes, dat slechts èèn echte weg kende. De mensen hier pakten in de avond hun stoeltje, zette ´m buiten op de stoep en sloegen vervolgens het voorbjkomende verkeer als attractie gade... Het plaatsje bracht een rustig gevoel teweeg bij me...
Om kwart over zes hadden we eindelijk een bus te pakken die ons in een half uurtje terugbracht naar Baños. We haalden m´n vest op met de fietsen, brachten de fietsen terug en keerden terug naar ons hostel.
Zaterdag ontbeten we in het restaurant dat op het dak van ons hostel gevestigd was. Dit restaurant genoot een prachtig uitzicht en kende een goed ontbijt. Vandaag stond voor ons de beklimming van de omringde berg centraal om `t uitzichtspunt genaamd Bellavista te bereiken; vanuit dit punt op de berg zouden we een prachtig uitzicht hebben over de stad en haar (berg)omgeving. De beklimming was nog best zwaar te noemen, maar eenmaal boven bleek de klim ´t waard. Vervolgens gingen we via ´t restaurant ´Rintun´ dat ook op de berghelling lag, naar beneden. Op ´Rintum´, schuilden we weer eens voor de regen onder het genot van een vruchtensapje en een koffie...Om drie uur ´s middags waren we terug in de stad.
`s Avonds aten we in de eerder tevergeefs gezochte en dan nu uiteindelijk gevonden ´Casa Hood´: de ambiance was top hier; hij was huiselijk te noemen met veel foto´s en schilderijen, er was een boekenuitleen en bovenal goede muziek (o.a. jazz en edith piaff; beide kwamen in deze sfeer goed tot hun recht). Ook het eten was goed te noemen, alleen de timing van opdienen was beroerd: we waren nog niet klaar met de soep of ´t hoofdgerecht arriveerde al...Desalniettemin een regelrechte aanrader! Zaterdagavond betekende stapavond. Ik deed de donderdagavond nog eens dunnetjes over... en wederom viel het tegen...
Zondagmorgen stond allereerst een stoombad op het programma voor me. M´n moeder sloeg deze ontdekkingsronde over en liet me Remi-alleen gaan...
Ik wist niet wat ik van een Ecuadoriaans stoombad kon verwachten en liet me verrassen. Vooraf had een groep zich ingetekend om die morgen ook te stomen, maar bij aankomst bleken de lafaards hun namen van de lijst geschrapt te hebben en was ik de enige.
Het stoombad deed middeleeuws ouderwets aan en bestond uit een houten zitbank met aan weerszijden een opgetrokken stenen muurtje tot op schouderhoogte, aan èèn muurzijde was een houten wand verticaal bevestigd door middel van een scharnier, die dichtklapte als je plaatsnam. Vervolgens klapte een andere, horizontaal bevestigde, houten plaat op schouderhoogte dicht, zodat je je als een beklaagde terecht voelde staan in een soort schandpaal. Het vonnis bestond uit zelfreguleerbare hitte gedurende een aantal minuten. Ik pijnigde mezelf als een ware masochist door mezelf een hoge stoomstoot toe te dienen. Ik was aangenaam verrast dat deze stellage het hoofd ongemoeid liet; ik kon daardoor de frisse lucht inademen en had daardoor geen ademhalingsproblemen... Na de hitte geincasseerd te hebben voor een moment, moest je het volgende moment afblussen met koud water. Dit ritueel herhaalde je drie keer. Tot slot werd je als een gevangene die niet wilde douchen in de nor met een tuinslang afgespoten... De gehele gang van zaken, was aangenaam te noemen en was zeer zeker de moeite waard. De medewerker die me begeleidde zei me dit al een tiental jaar elke morgen te ondergaan en zag er opvallend jonger uit dan z´n leeftijd deed vermoeden...
Na `t stoombad keerde ik terug naar de kamer om te douchen en m´n tas te pakken. Die dag wilden we namelijk in Cuenca belanden. Alvorens we vertrokken, moesten we eerst alle spanningen trotseren om onze was op te halen die we de dag tevoren hadden afgeleverd. Onze eerste indruk was namelijk niet bepaald positief te noemen. En ja hoor...de service was slecht; de was was niet goed schoon geworden en ze waren later klaar dan gepland. Toch waren we niet helemaal teleurgesteld; geen gaten in onze kleding! Gewoonlijk moet je bij een slechte eerste indruk, erop vertrouwen en weggaan...
Om kwart voor elf verlieten we ons hostel. Het regende. We namen, ondanks het korte stukje lopen, een taxi naar de Terminal Terrestre. Eerst namen we de bus naar Ambato. Om na een half uurtje wachten onze reis te vervolgen naar Cuenca. Nèt voordat we de bus instapten, had ik voor het eerst in m´n reis m´n geliefde damspel gezien, afgedrukt als onderdeel van het geheel op de achterkant van een andere vertrekkende bus. Ik kon nog net een foto schieten van deze verrassende ontdekking! Eenmaal in de bus, bleken er op onze gereserveerde plaatsen inheemse mensen te zitten. Ook op de plaatsen van de enige andere buitenlanders, een Zwitsers koppel bleken inheemsen te zitten. De kaartjesknipper wilde de mensen weg hebben van deze plaatsen, want ze hadden er allen niet voor betaald en dus geen recht op deze plaatsen. Maar ze speelden stoicijnse doofstomheid. De reis zou zes uur duren. En in het ergste geval zou dat zes uur staan betekenen. Toch had ik vrede met de situatie: de inheemsen zagen er oud, moe en vuil uit en droegen een kind op hun schoot. Ik voelde meelij met ze en wilde m´n plaats best afstaan. Ik wilde alleen wél een plaats voor m´n moeder hebben...Voor m´n moeder was een plaats beschikbaar en gedurende een half uur moest ik staan. We raakten aan de praat met de andere gedupeerden (het Zwitserse koppel), want onze positie schiep een band... haha!
Na het half uur was de vrede over: de bus stroomde vol en zelfs het gangpad was overbevolkt. In ´t gangpad stonden ook een aantal, op `t oog, middleclass Ecuadorianen, die keet begonnen te trappen over de situatie. Ze zouden zomaar onterecht moeten blijven staan, terwijl dat schorriemorrie kon blijven zitten! Dat kon toch niet! Er werd hen op deze manier groot onrecht aangedaan en ze lieten dit merken door de inheemsen verbaal te lijf te gaan. De kaartjesknipper kwam tussen beide partijen, koos (niet bepaald verrassend) kant voor de niet-inheemsen en sommeerde tevergeefs de nog altijd oostindisch-doof-zijnde inheemsen op te staan. Ik hielp niet bepaald door in m´n beste Spaans nog steeds m´n plaats af te staan, wat door alle partijen begrepen werd. De kaartjesknipper zat in een lastig parket en ik had met ´m te doen. Na een tijdje in deze patsituatie te hebben gestaan, verlieten plotsklaps de inheemsen de bus en waren alle problemen als sneeuw voor de zon verdwenen. De rust keerde weder...
Even later was de volgende beer op de weg voor onze bus in de vorm van een lekke band. Voor mij betekende een lekke band een aangename plaspauze. De bus stopte onlogischerwijs in een bocht, waardoor m´n moeder en ik wijselijk een dertigtal meter verderop gingen wachten op het verwisselen van de band. Geen ongelukken.
Om kwart over zes kwamen we aan in Cuenca en werden we meteen lastiggevallen door hostelronselaars. Gewoonlijk, is m´n automatische reactie het beleefd weigeren en vooral niet luisteren...Maar deze keer wilden we met de Zwitsers ingaan op een aanbod na het aanschouwen van de foto´s van het hotel. Bij aankomst in het hotel, klopte al het beloofde.
Diezelfde avond nog liepen we naar de centrale plaza om een aanbevolen ijstentje uit te proberen. Het tentje was afgeladen en toen we het ijs proefden, snapten we waarom.
Vervolgens woonden we een waarschijnlijk lange zondagmis kort bij, die in de grote kerk vrijwel naast ´t eettentje plaatsvond. De kerk was werkelijk waar afgeladen en zelfs toen de mis al begonnen was, bleef de kerk volstromen... Het was m´n eerste keer en alleen daarom al speciaal te noemen. Een dag later viel me op dat de kerktoppen niet waren afgebouwd. Het scheen dat er een constructiefout was gemaakt bij `t ontwerp, waardoor het gewicht van de kerktorens bij voltooiing van de kerk, de kerk zouden doen laten instorten.
De volgende dag stond een zelfbedachte stadstour op het programma. Als eerst bezochten we een museum met in de achtertuin een archeologische vindplaats. In dit museum ontdekten we dat we eigenlijk niet echt geboeid werden door musea...hmmm...maar ja, je víndt dat je musea moet bezoeken en dus doe je het...In het vervolg, wogen we maar vaker af of het potentieel te bezoeken museum ons écht kon boeien...
We genoten er veel meer van om in de stad rond te lopen...Dus deden we dit maar ná het museumbezoek. We liepen, op aanraden van ons hotel, eerst langs de Rio Tomebamba. Vervolgens genoten we een lunchpauze op een bankje op een kerkpleintje. De pindakaas was gelukkig nog niet op. Daarna deden we een soort kerkentocht van twee uur: de tocht was niet bijzonder en vrij vermoeiend in ´t middagzonnetje...Als laatste die middag, wonnen we info in bij het toeristische informatiecentrum omtrent de mogelijkheden van Cuenca. Het bleek dat we een of ander natuurpark konden bezoeken en Inca-ruines op twee uur afstand van Cuenca. We moesten erover nadenken...
In de avond ontmoeten we een enthousiast Israelisch stel, waar we de gehele avond mee praatten. Ze wisten veel van Peru en Ecuador. Handig...In de avond besloten we alles te laten voor wat het was en de volgende dag door te reizen: de beide opties om te bezoeken leken niet echt bijzonder en we zouden teveel dagen in Ecuador verliezen als we niet verder gingen...
Dinsdagmorgen bleek `t Zwitserse koppel dezelfde plannen te hebben als wij om die dag naar Vilcabamba af te reizen. We besloten samen op te reizen. We deden eerst `t provinciehoofdstadje Loja aan, waar we moesten overstappen op een bus naar Vilcabamba. De reis van die dag duurde in totaal zeven uur en was niet bepaald opwindend te noemen: de Andes was niet veel veranderd sinds Otovalo. We kwamen om een uur of zeven s´avonds aan in ons hostel genaamd `Izhcayluma`, checkten in, dropten onze spullen in de kamer, en gingen eten in het restaurantje met de Zwitsers. Daarna boekten we een paardrijtoer voor de volgende dag.
Omdat niemand bezwaar maakte en het mij een goede dagvulling leek, namen we de zes-uur-paardrijtoer-optie. Van ons had alleen de Zwitserse ervaring met paarden en het zitten op hun rug. Bij het noteren van de namen kwamen we erachter dat het koppel bestond uit de namen Cyrill en Amanda. We reisden al twee dagen samen, maar we kenden hun namen nog steeds niet...en we betwijfelden of ze de onze kenden...haha! Ach, details...
De volgende dag was de dag van de waarheid: er was geen weg meer terug. We aten ons moed in tijdens het ontbijt, dat opvallend goed was. We werden om negen uur opgehaald door een Ecuadoriaanse cowboy, die onze gids genaamd Rene bleek te zijn. Hij was netjes op tijd en bracht ons met z´n jeep naar z´n kantoortje in de stad. Daar aangekomen moesten we laarzen aandoen en kregen we ook een cowboyhoed. De holsters met pistolen ontbraken. Altijd al gewild; cowboytje spelen. ;-) M´n dag kon nu al niet meer stuk!
We kregen allen een paard toegewezen op aanwijzing van onze Rene. Hij leek zo z´n bedoelingen te hebben bij het bepalen van de combinatie paard-ruiter... Na enige instructies konden we wegrijden. Ik was tevreden met zowel m´n paard als m´n zadel. Ik zette hem meteen in de eerste versnelling en trok op zonder sputteren. Het eerste stuk van de tocht loodste ons door het dorpje en langs onze gids z´n huis.
Daarna gingen we daadwerkelijk de bergen in! Het bleek dat we een speciaal ras ´bergpaarden´hadden, die vijfenveertig graden hellingen met gemak konden nemen. Ik had al moeite gehad de berg te voet op te komen, laat staan met iemand op m´n rug. Na twee uur rijden lieten we de paarden achter om te grazen. Tijdens dit gedeelte van de tocht luisterde het paard van Cyrill voor geen meter en dat verbaasde ons allen niets: Cyrill kwam grappig over als persoon en straalde niet bepaald een ijzeren wil uit. Het paard voelde dat natuurlijk ook aan...
Het was intussen kwart voor twaalf en tijd om de beentjes te strekken en te hiken naar de watervallen. Aangekomen bij de tweede waterval, toverde de gids de lunch te voorschijn; bruin brood met zelfbereide guacamole. Erugggghhh lekker! Ik liet dat blijken door de hele broodtrommel leeg te eten...haha!
Na het teruglopen naar de paarden, hezen we ons weer in het zadel. Ik had met m´n moeder van zadel gewisseld, want haar zadel kende geen knuppelachtig voorwerp om je aan vast te houden...De mijne wel. Ik had weer zin om te rijden en eigenlijk wilde ik alleen maar hard gaan met m´n paard...Op zich was dat een minder goed idee, nu ik van zadel was gewisseld en me niet meer kon vasthouden zoals ervoren. Maar het deerde niet: ik beoordeelde wel tijdens het vaart maken of het veilig genoeg was...Inderdaad trokken we later op in z`n drie. Ik had er plezier in...Maar bij het omkijken hoe het met m´n moeder ging, zag ik een met pijn vertrokken gezicht. Het bleek dat m´n moeder zadelpijn had... Ik vroeg de gids hoe lang we nog moesten. Hij stelde m´n moeder teleur door eerlijk te zeggen dat we nog zo´n twee uur te gaan hadden... We kwamen om half vijf terug in `t dorpje en stapten allen met O-benen af...haha! Van vijf tot zeven douchten en relaxten we... Het bleek na onze douchebeurten dat drie van de vier (waaronder ik) open plekken hadden op onze kont van ´t paardrijden!...hmmm, dat ging nog wat worden met de vele busuren voor de boeg!
De volgende dag relaxten we, checkten we uit en gingen naar ´t dorpje om op het internet te gaan... We zouden die nacht een bus pakken de grens over naar Piura. Om zes uur pakten we de bus naar Loja samen met de Zwitsers. We hadden beiden tijd over en besloten het gerecht ´cuy´ uit te proberen. We namen een taxi naar een sfeerloos tentje iets verderop: plastic stoelen, kale lampverlichting en wc´s op het parkeerterrein zorgden voor de ambiance die er niet was...We bestelden beiden twee gebakken cavia´s met een soort ranja... Bij het opdienen, werden de verschillende fotoshoots gemaakt...en daarna begon het echt werk: het eten van de lieve beestjes! Ik had er geen problemen mee, maar de rest was niet bepaald gecharmeerd van het gerecht. Ik meen me te herinneren dat Amanda vegetarier speelde die avond, m´n moeder en Cyrill door de aanwezigheid van een gefrituurde kop niet zoveel trek hadden bij het aanschouwen van de cavia...en ik...ja....ik at gewoon...het smaakte naar kip met een bijsmaakje. Ik deed me tegoed aan zowat twee cuys door de slechte tafelmanieren van de rest! Het was aardig eens te proberen...
Aan ´t einde van de maaltijd kwam de verrassing als een duveltje uit een doosje: ik schatte, bij `t aanschouwen van de ambiance, dat de totale maaltijd iets van vijf dollar zou kosten...wat bleek? We waren achtentwintig dollar kwijt! Op ´t betaalmoment dacht ik dat we genaaid werden bij ´t leven, maar bij navraag op ´t station bleek dit de normale prijs! Kip was niet alleen goedkoper, maar had ook meer vlees en was bovendien lekkerder! Op ´t gebied van cavia´s zou ik de rest van m´n reis vegetarier zijn...
Terug op ´t station zwaaiden we ´t Zwitserse koppel uit. Zij zouden in Ecuador blijven en naar Guayaquil afreizen die nacht. Wij zouden de grens passeren van Ecuador en Peru om in Piura te komen. Vanuit Piura zouden we meteen proberen een bus te pakken naar Trujillo. De gebruikelijke film werd geshowd in de bus en nèt voor het einde werd hij, zoals ook gebruikelijk is, uitgezet. Verder was er een vervelende dronken luidruchtige ecuadoriaan aan boord... De grens werd gepasseerd zonder noemenswaardige problemen...Aangekomen in Piura moesten we een aantal uren wachten op de busterminal... Maar daarover later meer...
-
19 November 2007 - 23:05
Je Reisgenoot:
Heel leuk geschreven Bas! Ik heb het ademloos in één keer gelezen.Al lezende beleef je dagen opnieuw. Nu heb ik toch een reisverslag van onze vakantie!!!Wil je me voortaan geen groentje meer noemen?
Je hebt gewoon geluk gehad met het eten van die ongewassen zanderige druiven.
-
20 November 2007 - 05:07
Frans:
Hoi Bas en moeder van Bas,
Leuk hoor dat jullie met zijn 2-en "vakantie vieren". Leuk is ook om alle verhalen van Bas te beleven. Veel over de natuur, het reizen zelf en de mensen die ontmoet worden. Geniet ervan en ik lees graag verder! Hier in Katwijk een gewoon leven met minder avontuur. Dus ik ben wel een beetje jalours als ik zo die verhalen lees. Ik hoop dat jullie nog heel veel blijven genieten van de rondreis.
Ciao, Frans -
20 November 2007 - 20:47
Jeanet:
Hoi Bas,
Was erg leuk om te lezen, sommige stukken kwamen me erg bekend voor maar die had m'n moeder al verteld.
Groetjes Jeanet -
22 November 2007 - 03:08
Jack:
Cavia´s!!!!! Hahahaha!!!
Ja, dat is erg bekend. Veel botjes zeker?
Het is maar goed dat Fred Oster je niet kent, had je nu vast ruzie. -
14 Januari 2008 - 11:36
Rob En Threa:
Hoi Bas ondertussen ben je al aardig wat gewend vwb het reizen.
Leuk toch dat paard rijden??
Geen last gehad van je adductoren?
Wanneer stopt dit grote avontuur of blijf je daar nog even??
Ik denk dat je een hoop geleerd hebt wat je never nooit uit je boeken kunt halen.
hopelijk zien we je eerdaags weer en anders veel reisplezier.
Groetjes Rob en Threa.
-
20 Januari 2008 - 09:24
Frans:
Ha die Bas, wat is het stil geworden. Ben je in gepeins verzonken? Geniet je nog steeds van je avontuur. Ben beneuwd hoe het je vergaat en naar al je avonturen. Ben je nog wel eens tekenen van de damsport tegen gekomen of kennen ze dat niet in Zuid Amerika. De Spanjaarden hebben eeuwen terug wel de damsport van de Moren overgenomen en werd eeuwen terug veel gedamd in Spanje. Hier alles goed, het wil geen winter worden, wel veel regen de afgelopen dagen en schaatsen op TV.
Groetjes en nog veel plezier!! Frans -
03 Februari 2008 - 08:46
Wouter:
Hey pindakaaslover! ;-)
Je had toch een extra accu laten kopen voor je fotocamera? ...omdat de accu leeg was ;-)
Ik had dat hangende geslachte varken op de foto's van je moeder gezien ja :-S
Tering man... Banos is wel érg toeristisch aan de getallen te lezen. Haha ik zie het al: je blijft een snelheidsduivel... met mountainbiken... en daar krijg je geen bon, dus dat is wel positief :-)
Is er een reden dat ze een boekuitleen in een restaurant hebben? Zo man zo'n busrit is sensationeel te noemen... actie! ;-)
Cowboytje spelen klinkt inderdaad erg leuk :-) ...en ik denk dat je je waardering goed hebt laten blijken door z'n broodtrommel helemaal leeg te eten haha!
Ik heb de cuyfoto's gezien bij je moeder... Zag er smakelijk uit ahum :-S
Tot zover mijn commentaar op dit avontuur :-)
Groeten van Wouter
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley