El Chalten, Coyhaigue en Chaitén
Door: Webmaster
Blijf op de hoogte en volg Bas
13 Mei 2008 | Chili, Chaitén
De afterparty vond plaats in een lokaal kroegje iets verderop. We stapten er binnen en bestelden een flesje wijn. Ondanks dat het een donderdagavond was en er normaal gesproken gestapt kan worden in Latijns Amerika, was het in dit plaatsje érg rustig… Het werd die avond slechts een uur of één… en dat is vroeg!
De volgende morgen moest ik verhuizen naar een ander hostel: ‘Eratic Rock’ was volgeboekt en ik had weer eens te laat aangegeven te willen blijven. Ik werd door een medewerker van ‘Eratic hostel’ verwezen naar het hostel schuin aan de overkant van het plaza waar ‘Eratic Rock’ aan lag.
Mijn nieuwe knalgroene hostel had zijn deuren pas geopend. Dit hostel had slechts ruimte voor zes mensen (althans ik zag slechts één dormitorio met zes bedden) en was ook niet eens volgeboekt. Daardoor was het er veel rustiger dan in ‘Eratic Rock’ en dat beviel me duidelijk beter. Overdag bezochten we het internet, kochten een busticket naar El Calafate voor de volgende morgen (dezelfde bus terug kostte nu geen dertien, maar twintig dollar!) en haalden de was op die we de dag tevoren weggebracht hadden. De was laten doen, was duur: twaalf dollar… Maar het was flink nodig! Ik was overigens mijn was bijna vergeten op te halen en had dan ook geluk dat de eigenaar toevallig langskwam toen ik te laat aankwam bij de dichte wasserette.
Puerto Natales zelf was totaal niet interessant om te bezoeken: rechtlijnige blokken huizen vormden het straatbeeld, zonder echt oude sfeervolle gebouwen te kunnen ontdekken. Er leek vrijwel altijd veel wind te staan. Ook renden er hordes honden over straat; het leken wel straatbendes aan honden. In mij hostel hoorde ik dat niet alle honden zwerfhonden zijn: er zijn er ook volop die gewoon worden losgelaten in de morgen door hun baasje en ’s avonds weer terugkeren naar hun huis. Al met al liet Puerto Natales een troosteloze indruk op me achter…Ik vond het dan ook niet erg de volgende dag te vertrekken…
Vanuit Puerto Natales nam ik de volgende dag (zaterdag) een bus naar El Calafate, dat voor mij als tussenstop diende naar mijn eindbestemming El Chalten. Luke vergezelde me. Beiden wilden we het Fitz Roy park bezoeken dat naast dit plaatsje lag…
In El Calafate konden we een paar uur wachten op de bus naar El Chalten. We gingen daarom eten inslaan. We waren er namelijk voor gewaarschuwd dat El Chalten érg duur zou zijn…
Klaar met het bezoek aan de supermarkt, hadden we véél tijd over. Daarom pakten we een biertje in ’t zonnetje op een terrasje in de winkelstraat van El Calafate en keken we naar de voorbijlopende mensen. De uren gingen snel in het zonnetje.
Om half zeven pakten we de bus naar El Chalten. We arriveerden drie uur later, om half tien. Het was donker en we moesten nog een hostel zoeken. Het eerste het beste hostel was meteen raak: we konden een nacht blijven in de ‘Alberque Rancho Grande’ voor veertig peso’s: niet goedkoop, maar zeker goed genoeg als je zo laat aankomt. De volgende dag zouden we volgens de medewerker echter wel een ander hostel moeten zoeken, want deze was overboekt. Lang leve het hoogseizoen!
De volgende dag hadden we echter geluk: een groepje kwam niet opdagen, waardoor bij het uitchecken bleek dat we konden blijven… Hmm, achteraf voor niets zo vroeg opgestaan! We waren nog steeds redelijk moe van Torres del Paine, doordat we de dagen erna geen extra slaap gekregen hadden. We installeerden onze spullen weer in één van de vele dormitorios in dit hostel en trokken erop uit om een weg uit dit gat zoeken. Het was ons namelijk duidelijk geworden bij aankomst, dat dit dorpje redelijk geïsoleerd lag en dat waarschijnlijk de busregeling minder frequent was dan gewoonlijk.
Aanvankelijk wilde ik vanuit El Chalten naar Villa O´Higgins in Chili om daar te beginnen aan de Carretera Austral...
Maar bij navraag bij een aantal plaatselijke reisbureautjes in El Chalten bleek het alleen mogelijk om door middel van een tweedaagse hike in deze plaats te belanden. De tocht zou je zelf moeten regelen. Ik zou geen tent en slaapzak hebben (er waren geen hostels langs de route), ik zou zelf mijn proviand moeten meenemen en het zou redelijk prijzig zijn door de bootovertochten die ik moest nemen over de meren … Tot slot, was het niet zeker dat, als je eenmaal in Villa O’Higgins zou zijn, je een goede busaansluiting zou hebben, want als het een beetje tegenzat, reed de bus slechts eenmaal per week, en moest je noodgedwongen een weekje wachten.
Alle bovenstaande redenen lieten me geen andere keus om de nachtbus over de ‘Ruta 40’ (die ik eerder ook al genomen had) te nemen tot aan Los Antiguos. Pas van daaruit kon ik de grens oversteken, en aan de Carretera Austral beginnen. Ik moest maandagnacht om één uur ’s nachts vertrekken en zou om drie uur dinsdagmiddag aankomen (veertien uur bussen)...
Luke moest een paar dagen later in Buenos Aires zijn om ingevlogen vrienden te ontmoeten. Hij zocht dus een weg omhoog naar de hoofdstad. Na veel zoeken, vond hij ook deze weg. Het bleek slechts mogelijk om woensdag te vertrekken: erg laat, maar het kon niet anders…
Door de afwegingen en bijstellingen van de reisplannen, was het intussen drie uur in de middag geworden. We hadden nog tot een uur of negen ’s avonds licht en daarom besloten we een eendaagse trekking in het Fitz Roy park te doen naar het veruit bekendste uitzichtpunt van het park. De tocht ernaar toe was mooi: veel bossen en veel bergen onder het genot van een felle zon en een flinke wind. Het parklandschap oogde niet veel anders dan Torres del Paine. Aangekomen op het uitkijkpunt, hadden we hier ook weer pech door mist bij de toppen van de bergen. Het gevolg was geen mooie foto´s! Jammer…
De volgende dag (maandag) was het de hele dag guur weer met veel regen en wind. We bleven daarom maar hangen in het hostel en lezen... Na een paar uur zitten waren Luke en ik het hangen zat. We wilden wat gaan doen. Internet was niet echt een optie: deze plek was zo geïsoleerd dat de prijs voor internetgebruik van twaalf peso’s per uur (vier dollar!) de duurste was tot dan toe in Argentinië! Daarom kozen we er maar voor de plaatselijke bierbrouwerij uit te proberen. Het nat smaakte hier net wat anders (in de positieve zin) en met het uitzicht vanuit dit brouwerij-tje, bleek het een goede keus…Toch staat deze dag in mij geheugen gegrift als een volle dag saai wachten op het tijdstip waarop ik de nachtbus naar Los Antiguos kon pakken...
Wachten op de nachtbus was prettig, liggende op de stoep, kijkende naar de sterrenhemel. De bus was iets later als gepland. Hij haalde deze tijd tijdens de lange tocht naar Los Antiguos in, want we bleken volgens schema aan te komen.
In Los Antiguos was ik één van de weinige die eruit ging. Er stond al een busje te wachten die me naar de grensovergang met Chili wilde brengen, waardoor ik een half uurtje later aan de Chileense zijde stond in Chile Chico...dit alles verliep sneller als verwacht...
In Chile Chico werd ik bij de ferryaanlegplaats gedropt in ´t haventje. De dienstdoende vrouw achter het loket was alles behalve bezig met het verkopen van kaartjes. Toen ze me eenmaal in het vizier had en me wilde helpen, mompelde ze dat ik twee uur moest wachten op het vertrek van de ferry naar Puerto Ibanez (ik dacht eerst dat het slechts één uurtje wachten zou zijn, maar mijn horloge moest nog naar Chileense tijd een uurtje vroeger, gezet worden). Vervolgens moest ik dan de kapitein maar vragen of er een extra plaatsje aan boord voor me was. Zo niet, dan kon ik voor de volgende dag een kaartje bij haar kopen. Zó, met dit antwoord ging ze weer verder met datgene waar ze mee bezig was… Wat een onvriendelijk mens…
Het wachten was geen straf; ik genoot van het plaatsje, het meer, de kinderen die zwommen in het meer, de bergen en vooral het zonnetje.
De tijd vloog om. Eenmaal tijd, bleek dat ik geluk had en meekon… Ik had het ook niet zó erg gevonden om een dagje te moeten wachten in Chile Chico, want het oogde écht wel gezellig! Achteraf gezien had ik het plaatsje in moeten lopen om wat fruit te kopen: het bleek namelijk dat tijdens deze dagen het jaarlijkse plaatselijke fruitfestival gevierd werd. Hoogtepunt in dit plaatsje waren de héérlijke kersen, die overal in Chili een begrip bleken te zijn.
De ferryovertocht kostte twee uur en was aangenaam in het zonnetje en met de bries op het achterdek. Op het dek checkte ik mijn Footprint. Ik wilde weten wat er te doen viel in Puerto Ibanez en omdat ik deze dag al verder was gereisd, dan ik had durven hopen, moest ik dit deel over de Carretera Austral nog lezen. Puerto Ibanez bleek, volgens mijn Footprint, slechts interessant als doorvoerhaventje van en naar Chile Chico. De keus was dan ook niet moeilijk.
Aangekomen in Puerto Ibanez pakte ik meteen een bus verder naar Coyhaigue. Het stadje vormde met zijn veertigduizend inwoners het regionale centrum van de omgeving. In de bus op weg naar dit plaatsje ontmoette ik twee Duitse meiden die ook van plan waren in Coyhaigue te overnachten. Zij verbleven al langere tijd in Chili en gaven daar les aan een Duitse school in Valparaiso. In eerste instantie wilden ze op een camping staan met hun tentje, maar volgens onze chauffeur was dat niet mogelijk. Waarschijnlijk had hij geen contacten met campingplaatsen waar hij een commissie zou ontvangen als hij mensen aanbracht. De drie uur durende tocht naar Coyhaigue bleek verrassend mooi te zijn! We daalden en stegen veel op de wegen en zagen volop groen, bergen en meren… De chauffeur bracht ons naar een familiehospedaje waar we allen verbleven voor tien dollar per persoon: een prijs die normaal lijkt voor Chili. De Duitse meiden wilden deze avond koken en nodigden me uit. Ik accepteerde dit aanbod met een volmondig ‘ja’…en kon even later meehelpen als assistent. Deze dag had ik veel progressie gemaakt: ik was van El Chalten in Argentinië helemaal tot aan Coyhaigue in Chili geraakt en had veel gezien van de omgeving. Zo’n snelle en volle reisdag verschafte veel indrukken van het land.
De volgende dag, woensdag 23 januari, trokken we met zijn drieën op en wilden we de stad verkennen. Althans, dat was het plan. Maar eenmaal begonnen, bleek het té warm te zijn om flink rond te stappen. We lieten daarom de ‘Piedra del Indio’ (de indianensteen) en het ‘Reserva Forestal Coyhaigue’ links liggen, om daarvoor in de plaats verkoeling voor onze voeten in een beekje net buiten het stadje te zoeken. Ook hier waren veel dorpelingen én horzelvliegen aanwezig.
Tijdens het zitten op een steen in ’t beekje, kwam een groot varken onze spullen doorzoeken: hij knaagde een gat in een rugzak van één van de Duitse en at van de net gekochte boodschappen. De natuur op zijn best!
Eind van de middag wist ik een ticket naar Puyuhuapi te bemachtigen voor de volgende dag. ’s Avonds gingen we uit eten met een eerder ontmoete Engelsman op de ferry van Chile Chico naar Puerto Ibanez.
De volgende dag zou de bus om tien uur vertrekken volgens mijn ticket. Na gehaast naar het busstation gelopen te hebben, bleek de bus in werkelijkheid een half uurtje later te vertrekken. Eenmaal vertrokken, waren we slechts met vier passagiers: drie daarvan waren buitenlanders. Het weer tijdens de rit was prachtig, waardoor het uitzicht ook mooi was: een blauwe lucht, met veel bergen, veel meren en veel bossen.
In de bus waren de andere twee buitenlanders een Poolse en een Israëliër. Later tijdens de rit kwamen daar nog twee andere Israëlische meiden bij. Allen hadden we het plan gevat om de hangende gletsjer ‘Ventiquero Colgante’ in het ‘Parque Nacional Queulat’ nabij Puyuhaupi aan te doen en daarnaast ook het plaatsje Puyuhuapi zelf te bekijken. Maar welke volgorde we kozen om dit te doen, was nog onduidelijk. Voor mij leek Puyuhuapi in eerste instantie de enige optie: ik had zowel geen tentje, als geen slaapzak bij me…
Totdat één van de Israëlische meiden me aanbod bij hen in het tentje te slapen… Dat was zeker het overwegen waard, want het zou het meest efficiënte reisschema voor me zijn. Want vreemd genoeg, reden er geen bussen naar dit park en was het daarom erg lastig om er te komen zonder eigen vervoer… Slechts door te liften vanuit Puyuhuapi… Aan de andere kant zou het, zonder matje en zonder slaapzak, een ware bedoening voor me worden die nacht.
Op het moment dat de Israëliër en de Poolse er uitgingen hakten wij de knoop door en besloten er tóch ook uit te gaan. Uitgestapt, liep ik met de bagage van één van de meiden en mijn eigen backpack: ze bleken zóveel bij zich te hebben, dat er nauwelijks te lopen viel met de backpacks… Toch waren ze dik tevreden met al hetgeen ze meegenomen hadden. Sterker nog: ze konden er niets van missen!
Om vijf uur diezelfde middag, na het opzetten van de tentjes, gingen we de hangende gletsjer bekijken in een bootje voor zes dollar per persoon. De gletsjer lag opgesloten tussen twee bergen en leek daardoor te hangen. Dit idee werd versterkt doordat er een constant watervalletje met smeltwater zich naar beneden stortte. Ik had zoiets nog niet eerder gezien tijdens mijn trip en alleen al daarom was het indrukwekkend te zien. Een goede keus om dit natuurfenomeen te bezoeken en dit ook te doen vóór een bezoek aan het plaatsje Puyuhuapi.
Na dit boottochtje vatten we het idee de volgende morgen verder te kunnen. Maar na info ingewonnen te hebben bij de parkwachter bleek er nog een tweede uitzichtpunt te zijn die de hike van een uur ernaartoe zou rechtvaardigen. ’s Avonds dachten we er allen over na en alleen de Poolse besloot deze hike niet te doen en de volgende morgen vroeg verder te reizen.
De nacht was hard en koud: ik deed nauwelijks een oog dicht door de harde en koude stenen ondergrond. De kou komende uit de grond verraste me. Ik kreeg ’s nachts meermalen bijna spijt van deze spontane beslissing. Bijna, omdat het spontane van de beslissing de beslissing zelf juister maakte. De volgende morgen stonden we vroeg op en dat was geen minuut te laat voor mijn rug en nek!
De Poolse vertrok inderdaad vroeg… en ik ging met de drie Israëli de berg op naar het uitzichtpunt. Tijdens de klim naar boven hadden we een felle discussie over, hoe kan ’t ook anders, de Israëlisch - Palestijnse kwestie. Dat maakte de tocht sneller en gemakkelijk te klaren… De tocht zelf was namelijk saaier en langer als verwacht: we liepen door een dicht bos, zonder enig zicht op de omgeving waardoor op een gegeven moment achter iedere bocht het uitzichtpunt verwacht werd. Eenmaal aangekomen bij het uitzichtpunt viel het ons toch tegen: het voegde maar bar weinig toe aan ons boottochtje van de vorige dag. Dit uitzicht was weliswaar van een hoog uitzichtpunt, maar we waren te ver weg om goede foto’s te kunnen schieten van de gletsjer. Bovendien waren er ontzettend veel horzelvliegen: superirritant! Achteraf gezien een afrader…
Terug in het kamp braken we de tent af, waarna we gedag zeiden tegen de Israëliër. Hij bleef nog enkele uren. Ik zou met de twee Israëlische meiden naar Chaitén (niet te verwarren met het door mij eerder bezochte El Chalten aan Argentijnse zijde) liften. Bij de uitgang van het park konden we gaan wachten op een lift. Twee uur later hadden we nog steeds geen lift. Ik sliep tijdens het wachten op twee backpacks. Ik was nog erg moe van de nacht in het tentje. Slechts mondjesmaat passeerde er verkeer op deze weg. Terwijl het toch écht de Carretera Austral was, dé hoofdweg van Chili naar het zuiden.
Overigens was ook de staat waarin de weg verkeerde typisch te noemen voor een nationale hoofdweg: het was grotendeels een kiezelweg net hier en daar een asfaltdeel, in plaats van een volledig geasfalteerde weg.
Aan deze toestand van de weg lag een simpele gedachte ten grondslag. Het bleek dat dit middendeel van Chili dunbevolkt was, waardoor het voor politici oninteressant was kiesbeloftes te doen om deze weg eens flink te verbeteren: immers weinig mensen betekent weinig stemmers voor politici. Korte termijnoverwegingen natuurlijk…en… kort door de bocht natuurlijk… Want, het toerisme had grote voordelen aan een goede verbinding met het zuiden en meer toeristen betekende ook meer inkomsten voor Chili…
Een dikke twee uur later kenden we geluk: we kregen een lift aangeboden van een Italiaan. Deze Italiaan was eerder op de dag het park ingereden, en kwam er ook weer uitrijden en stopte. Hij had een huurauto en reisde in vogelvlucht alle bezienswaardigheden af op de Carretera Austral. Nu was hij op weg naar de Argentijnse zijde van het Lake District. Bariloche was zijn einddoel van die dag. Daarna zou hij ook naar Chiloé gaan, net als ik.
Het was een interessante man van een jaar of vijftig die al veel van de wereld gezien had. Gewoonlijk ging hij op vakantie met zijn gezin, maar deze keer ging hij eens zonder zijn gezin. Hij was van beroep sportverslaggever en had vooral veel contact met de Italiaanse topclubs van het voetbal: alleen dat al leverde aardige verhalen op. Hij kon ons tussen Chaitén en La Junta brengen. Tijdens de rit beviel het de Israëli zó goed, dat ze pardoes besloten niet naar Chaitén te reizen, maar met de man mee naar Bariloche. Ik had enigszins meelij met de man, want de Israëli zaten de man irritant opvallend te vleien en de man leek zich daaraan te ergeren.
Ik ging er wél uit op het kruispunt en liftte verder tot aan Chaitén. Ik had geluk: na zo’n twintigtal minuten wachten, had ik een tweede lift te pakken. Een Franse vrouw van zestig á vijfenzestig jaar bood me in haar huurauto een lift aan. Ze sprak grappig Engels door haar zware Franse accent. Ook zij was leuk en interessant om mee te praten. Ze had veel gereisd in haar leven. Bij haar in de auto kreeg ik de bevestiging dat de ferry de volgende dag (zaterdag) zou gaan die ik wilde nemen. Het was niet ondenkbaar dat ik haar daarom weer zou ontmoeten: ze had namelijk met haar auto een ticket voor die ferry. Achteraf gezien bleek ik dus geluk te hebben om de afgelopen dagen, telkens zo ver te reizen als mogelijk was. Het bleek namelijk dat de ferry naar Chiloé slechts twee maal per week ging: op zaterdag en op woensdag.
Op een twintigtal kilometers voor Chaitén stopte ze bij een camping. Vanaf deze plek liftte ik verder richting Chaitén.
De avond begon te vallen en ik liep maar verder om zo ver mogelijk te komen richting Chaitén. Daarnaast hoopte ik op deze manier de goodwill op te wekken van potentiële chauffeurs die me passeerden en een lift konden aanbieden. Een aantal kilometers verder kreeg ik inderdaad een lift aangeboden van een taxibusje. Hij reed naar mijn eindbestemming. Ik verwachte aan het eind van de rit te moeten betalen, maar dit hoefde niet. Het busje stopte voor de deur van een hostel en ik besloot daar te verblijven voor een nacht: wellicht ontving mijn chauffeur zo wel een indirecte vergoeding van de hosteleigenaresse. Die dag was leuk geweest: al liftend verder komen, mensen ontmoetend op een andere manier en vooral niet wetend wat komend gaat. Een vrijheidsgevoel kwam in me op. Daarnaast kostte het me niets (gewoonlijk kost het met de bus achttien dollar!).
’s Avonds douchte ik me en zocht daarna het ferrykantoortje op om een ticket te bemachtigen. Hij bleek gesloten en pas de volgende morgen open te gaan. Jammer…
De volgende morgen kostte het belachelijk veel tijd een ticket te kopen. De ferry was volgeboekt en we moesten hopen dat er afzeggers waren en dat er zo plek zou zijn. De deadline waarop alle elektronische boekingen betaald zouden moeten zijn, verliep een tweetal keren: twee maal zei de loketmedewerkster dat we moesten wachten op deze deadline. Maar de reden dat de deadline werd verzet de eerste keer, is me nog steeds onduidelijk. Vooral in Chili, dat meer Westers aandeed, verwachte ik niet, zo’n onprofessionele houding.
Twee uur later had ik geluk en kon ik ook de ferry op. Ik moest er niet aan denken een paar dagen in Chaitén te moeten verblijven: het plaatsje zag er doods uit en in de omgeving was, op een oud bos na, niet te doen. Al zag ik wel een aantal interessante bergen in de omtrek.
Ik kwam de Franse vrouw weer tegen en zij deed me een aantrekkelijk aanbod: ik kon haar reispartner zijn in haar huurauto voor twee dagen en zo alles van het eiland zien, zonder enige tegenprestatie in het vooruitzicht. Ik moest er even over denken, want eigenlijk had ik Chiloé slechts voor één dag gepland. Maar ik besloot het toch te doen: het was een makkelijke manier om veel te zien van het eiland en de vrouw was goed gezelschap geweest tot nu toe…
Wordt vervolgd…
-
17 November 2013 - 17:37
Nienke:
Hallo Bas(?),
Je kent mij niet, maar ik ben via Google op je weblog gekomen. Mijn vriend en ik vertrekken over een paar weken naar Chili en Argentinie. Nu willen we graag van El Chalten naar Chile Chico. Ik lees dat jij met de bus via Ruta 40 bent gereisd. Weet je nog wat dit kost, en of er nog andere opties zijn?
Heb je nog tips voor ons? We reizen van Ushuaia naar Santiago en willen waarschijnlijk vanaf Coyhaique/Balmaceda vliegen(mede ivm tijdsgebrek).
Mocht je wat dingen weten, kun je me dit evt mailen(nienke_stegeman@hotmail.com).
Alvast dank!
Groeten Nienke
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley