Bariloche, El Calefate en Torres del Paine...
Door: Webmaster
Blijf op de hoogte en volg Bas
02 Mei 2008 | Argentinië, Buenos Aires
De dag voor vertrek was ik voor de zekerheid al naar het busstation geweest om een ticket te kopen naar Bariloche. Ik had op de site www.plataforma10.com namelijk gezien dat er slechts nog enkele plaatsjes vrij waren voor de volgende dag. Niet raar, want deze maanden genoten de Argentijnen van hun zomervakantie, waardoor zij meer als gewoonlijk in hun eigen land reisden. Ik checkte ’s ochtends uit, bracht m´n was weg (om aan m´n reis te beginnen met een backpack vol schone kleding), wilde een kleermaker opzoeken voor mijn kapotte broek (maar vond die niet) en kocht m´n lekkere bruine broodjes (die ik zeker zou gaan missen) bij een bakkerijtje in de buurt voor onderweg. Vervolgens wilde ik nog ham kopen bij de Chinese buurtsuper, maar de chagrijnige Chinese die bij de vleeswaren stond, was zó onvriendelijk onbehulpzaam, dat ik besloot de ham te laten varen.
Eind van de middag, om kwart voor zes, nam ik de metro naar ´El Retiro´, het busstation van Buenos Aires. Zeven uur zou mijn bus pas vertrekken, maar op dit tijdsuur was het spits in BA en het was dus raadzaam om ruim op tijd te vertrekken naar het busstation. Erg vroeg aangekomen kon ik gaan wachten op mijn bus. Niet erg, in ee n drukke omgeving van een busstation.
Voor de busreis van twintig uur had ik gekozen voor een ´buscama sin auxiliar´. Vertaald levert dat op, een stoel die vrijwel helemaal naar achteren kan, met veel beenruimte en zitruimte (de stoelen zijn iets breder), maar zonder service van een steward. Ik had de hoop dat de stoelen volledig plat naar achteren konden, maar dat kon helaas niet. Dat is alleen mogelijk als je meer betaald en een eerste klasse bus neemt. De nacht was lang doordat ik grotendeels wakker lag. Een nachtbus en slapen blijft lastig voor me. Ik was dan ook blij toen ik de eerste straaltjes daglicht te voor schijn zag komen. De laatste anderhalf uur van de reis kende een prachtig uitzicht: een voorproefje van wat komen ging in Bariloche, zo bleek later...
Op vrijdagmiddag twee uur kwam ik aan in Bariloche. Een aangenaam zonnetje prijkte aan de hemel. Het verschil met de drukke hoofdstad was meteen zichtbaar… De bushalte lag buiten het centrum, waardoor het nodig was een streekbus te pakken. Bij navraag bleek er één elk half uur te rijden. Ik nam deze. Hij zou dichtbij m´n hostel stoppen, waar ik gereserveerd had. Ik zou slapen in ´Penthouse 1004´; een hostel op de bovenste verdieping van het lelijkste en veruit hoogste flatgebouw van Bariloche. Logisch genoeg was ook kamernummer 1004. Daar aangekomen, was het maar goed dat ik gereserveerd had (op aanraden van de Belg uit mijn hostel in BA); het bleek namelijk vol voor de mensen die voor mij waren binnen komen lopen. Voor hen was dat pech, want het uitzicht was fenominabel: vanuit dit hostel kon je op het balkon uitkijken over de bergketen van de Andes en het reusachtige meer waaraan Bariloche lag. Het hostel zelf was niet echt bijzonder luxe zoals zijn naam deed vermoeden: de bedden waren vrij slecht en de dormitorio vrij vol, er was geen computer met internet (wel wifi) en zelfs geen tv, maar de keuken was daarentegen goed.
In de middag was ik nog redelijk moe van de lange busreis. Toch ben ik maar het stadje gaan verkennen. Het stadje bleek erg toeristisch te zijn en had weinig historie, maar was toch vrij aangenaam om te bezichtigen door haar fraaie ligging. Vanuit vrijwel elke hoek was het meer en de bergen te zien. Het mooiste en meest aparte was toch wel een benzinepomp met uitzicht op het meer: wat wil je nog meer tijdens het tanken? Aan het eind van de middag zocht ik een supermarkt op om yoghurt en ontbijtgranen te kopen. Ik had geen zin te koken deze dagen en besloot dit maar te eten: het was snel, gemakkelijk en redelijk gezond...
Zaterdag vijf januari stond ik vroeg op om een fiets te huren. Volgens het hostel was er een mooie route mogelijk rondom Bariloche. Gewoonlijk, namen mensen een bus naar een punt een vijftiental kilometers verderop om daar een fiets te huren en een klein circuit af te leggen. Maar voor mij was het naast het aanschouwen van een fraai uitzicht ook gewoon een sportieve uitdaging. Ik besloot daarom een vrij groot zelfbedacht circuit af te leggen, beginnende in Bariloche zelf. Als ik alles goed telde was het een afstand van ruim vijfentachtig kilometer op de fiets door een bergachtig landschap: zowel de afstand, als het klimmen zou een uitdaging voor me vormen.
Onderweg stopte ik diverse keren om van het uitzicht te genieten, foto’s te schieten, dan wel wat te eten of drinken. De eerste echte stop was bij kilometer zeventien, waar een stoeltjeslift naar een uitzichtpunt boven op de berg leidde (al op de Panamese San Blas eilanden een paar maanden eerder was me dit uitzichtpunt aangeraden door een Nederlandse). Dit uitzichtpunt kende een fraai uitzicht van 360 graden over meren, bergen en bossen. Ik zag zelfs het hotel waar onze eigen Bea, Willem-Alexander en Maxima de feestdagen hadden doorgebracht. Bariloche viel onder het Lake district en dit was goed te zien vanuit hier. Bovenop dit uitzichtpunt ontmoette ik twee Amsterdammers die de fietstocht van mij de vorige dag al hadden ondernomen. Ze gaven me enkele nuttige tips, die ik later dankbaar opvolgde.
Een uurtje later had ik mijn tweede stop: een rustiek gelegen baaitje met een prachtig uitzicht over het meer, de bossen en de bergen. Hier en daar waren wat gezinnetjes te bekennen, maar echt druk was het niet. Het weer was deze dag prachtig: een strakblauwe lucht met een felle zon, zonder een wolkje aan de hemel. Het leverde mooie foto’s op. De zon die dag maakte het ook érg heet om te fietsen. Ik had gelukkig verstandig genoeg een goede beschermingsfactor bij me tegen de felle zon.
De derde stop die ik maakte was ongepland: ik reed een verkeerde weg op die bij vakantiehuisjes dood bleek te lopen. Daar aangekomen vroeg ik de weg aan een drietal Argentijnse vrouwen. Een van de vrouwen vertelde me dat ik fout was gereden en wees me de goede weg. Ze bood me alvorens ik weer verder zou gaan een drankje aan. In de schaduw praatten we wat. Het was leuk om een spontaan gesprek te hebben in het Spaans. Ik volgde de instructies op en reed weldra op de goede weg richting mijn laatste bezichtigingpunt: een waterval. Deze waterval lag enigszins uit de route, maar was volgens de medewerkster van mijn hostel zeker de moeite waard om te bezoeken. Ik had er zo mijn bedenkingen bij door de al eerder bezochte, onovertrefbare en ontzettend imponerende Iguassu watervallen. Intussen was ik al flink aan het verbranden, had ik nog maar weinig water over én vielen de horzelvliegen me steeds meer lastig. Horzelvliegen waren voor mij ook een nieuw verschijnsel in Argentinië en ik kan zeggen: ze steken venijnig als ze geluidloos op je huid of shirt komen zitten!
Halverwege de tocht naar de watervallen, besloot ik om te keren en terug te fietsen. Mijn water was op, de aanwezigheid van de horzelvliegen verergerden en mijn huid leek het dagmaximum aan zonnelicht al geabsorbeerd te hebben. Terug in Bariloche bracht ik mijn fiets weg en bezocht de plaatselijke ijssalon. Ik had die dag zo’n zeventig kilometer afgelegd en had een lekker ijsje wel verdiend! Het door mij gekozen chocolade-ijs was heerlijk. Ik koos dit ijs omdat Bariloche bekend stond als chocoladehoofdstad van Argentinië.
’s Avonds ontmoette ik op ‘t balkon van het hostel drie Duitsers en een Belg. Op het eerste gezicht leken ze me aangenaam gezelschap. Later op de avond gingen we uit in Bariloche. Dat was niet veel. Het bleek dat scholieren, bij het halen van hun einddiploma op de middelbare school, massaal naar Bariloche kwamen om te gaan stappen. Dat was te merken aan de gemiddelde leeftijd. Het leken wel kinderdisco’s. Tóch werd het vier uur ’s morgens. De volgende dag was het zondag en deze dag zouden de Duitsers gaan informeren naar het huren van een auto om de zeven meren toer te doen. Maar veel werd er niet geregeld, waardoor het een dag van niets doen werd. Op zich lekker, maar in een bruisende omgeving van Bariloche ook wel zonde. Vooral als je bedenkt dat ik nog maar twee maanden had om te reizen.
Maandag hiketen we met hetzelfde groepje Cerro Otto op, de berg waar aan de voet Bariloche lag. Het zou een leuke tocht zijn geweest, als het weer niet zo tegenzat: een harde wind vergezeld van een zwaar grijze lucht dreigde telkens open te barsten en zo haar natte lading op onze hoofden te droppen. We begonnen aan deze tocht om één uur in de middag en kwamen tien uur ’s avonds weer terug in ons hostel.
Daarna aten we in ´Del Alberto´: een niet al te dure toptent met héérlijke steak. Om twaalf uur ’s nachts aten we. Het tentje zat afgeladen rond deze tijd!
Dinsdag huurden we dan uiteindelijk de auto. Maar alvorens te beginnen aan de tocht, ging ik eerst naar het station om mijn busticket naar El Calafate voor de volgende dag te kopen. Ik vertrok nogal laat naar het station doordat ik beloofd had te wachten op de Engelsman Luke. Op het station was het druk en bleek er slechts een maatschappij een directe busverbinding te hebben met El Calafate. Daardoor bleek het een duur ticket van driehonderd peso’s (honderd dollar) te zijn (voor een busreis van zesendertig uur). Luke en ik besloten het tóch te doen, maar moesten na deze beslissing wéér in de rij wachten…
Terug in het centrum van Bariloche had het groepje intussen een auto gehuurd. Ze waren al aan ’t wachten op mij, want ik kwam later als gepland terug van de busterminal. Dat lieten ze blijken: ze waren allen in een chagrijnige bui en wilden haastig weg. Maar ik moest nog mijn camera en wat te eten halen vanuit het hostel. Met veel gemor kon dat. De toon was gezet. En dan hadden we nog de dag voor de boeg!
Even later reden we doodleuk naar het busstation: de Duitse meiden wilden óók een ticket kopen. Nota bene, naar een bestemming die totaal geen problemen zou opleveren (Mendoza was erg goed bereikbaar) en een ticket, niet voor de volgende dag, maar voor over twee dagen! Dan zeggen ze iets over mij! Nico, de Belg, vergat z’n fleecetrui op de parkeerplaats bij dit gedoe. Geen leuke ontdekking even later voor hem…
Die dag was het wederom zwaar bewolkt en regenachtig. Door dit grauwe weer, was de omgeving ook minder fraai om te zien. Een groot deel van de tocht reden we op een zandweg dat toen het eenmaal begon te regenen veranderde in een modderweg. Iedereen in de auto had zijn rijbewijs, maar de Duitser die wilde de heenweg wel rijden. Ik vond alles al lang best en stond niet te springen om op dit slechte gedeelte achter het stuur te kruipen.
We kwamen na een vijftal uren aan in San Martin de los Andes: een nog meer toeristisch plaatsje als Bariloche, maar wel kleiner en gezelliger ogend. We dronken daar wat koffie en kochten brood voor de terugweg.…We bleven niet al te lang, want we hadden nog een lange terugreis voor de boeg, die ook nog eens grotendeels in het donker afgelegd moest worden. Deze keer reed de Belg terug: hij was de oudste en had (daardoor?) de meeste wegervaring. We namen helaas dezelfde weg terug en maakten daardoor niet de geplande rondrit langs alle meren. Want een rondrit zou nog langer duren… Om één uur ’s nachts kwamen we weer aan in Bariloche. Ja, inderdaad waren we veels te laat vertrokken uit Bariloche die middag… De tocht viel door tegen door het weer, door het late en geïrriteerde begin en door het onverwacht vele aantal uren in de auto.
Woensdag was het regenachtig, winderig en zwaar bewolkt. Nog guurder dan de vorige dagen. Het weer was vanaf het stralende begin een viertal dagen geleden, elke dag iets minder geworden. Helaas had ik niet de eerste dag een foto gemaakt van dit schitterende uitzicht vanaf het balkon van het hostel. Nu was het niet meer mogelijk: je werd er zowat afgeblazen! Door dit weer bracht ik enkele uren door op het internet, waarna ik op zoek ging naar een spijkerbroek. ’s Avonds om negen uur zou ik een bus pakken van Bariloche naar El Calafate.
Om een uur of acht liep ik terug naar mijn hostel om mijn spullen op te halen. Daar aangekomen, bleken de Duitsers en de Belg ook niets gedaan te hebben die dag. Ik vroeg mijn eerder geleende dertig peso’s terug aan één van de Duitse, waarop ze verbaast reageerde. Ze dacht dat ik de tien dollar liet zitten (die ik betaald had toen we gingen stappen in een van de kinderdisco’s), omdat ze een enkele keer gekookt had voor ons allen. Ik had toen aangegeven het geleende bedrag later wel, verrekent met haar kookkosten, terug te willen zien. Maar ze was nu zo boos dat ze me de tien dollar helemaal betaalde (op zich ging het ook maar om slechts een aantal zelfgemaakte empanada’s die gewoonlijk erg goedkoop zijn). Ook goed. Ik vond haar sowieso al niet zo sympathiek overkomen. Ik zei gedag tegen allen en ging ervandoor…In tegenstelling tot vele andere reisgenoten, wisselden we deze keer geen emailadressen uit. Waarschijnlijk lagen we elkaar allemaal niet zo en was deze groepssamenstelling uit nood geboren…
Ik had verwacht dat ik de bus naar het busstation beneden bij de halte eenvoudig kon nemen. Hij zou een viertal keer rijden per uur, maar deze keer kwam hij maar niet. Ik nam toen maar een taxi naar het busstation om op tijd te zijn en betaalde tien keer de prijs (tien peso’s). Natuurlijk, zoals altijd was ik op tijd en de bus niet.
Op het perron stonden meerdere reizigers te wachten op de bus naar El Calafate. Het busstation telde vijf parkeerhavens. Van die vijf waren er drie bezet door wachtende bussen. Één van die bussen oogde erg slecht: het leek wel een bus uit Bolivia! Ik en de andere buspassagiers hoopten dan ook vurig dat dit niet de bus zou zijn waarin we ons 36 uur (!) zouden moeten vermaken…De andere twee zagen er spiksplinternieuw uit. De tegenstelling was dus gróót…En wat werd het? Ja, hoor! De oude bus…
Binnenin de bus had ik mijn stoel zo gekozen dat ik ook een goed uitzicht had op de televisie. Juíst, op een tocht van 36 uur had je een tv zeker nodig. Wat bleek? De tv in de bus ontbrak, terwijl hij bij het kiezen van mijn zitplaats wél stond aangegeven op het computerscherm bij het kopen van mijn buskaartje aan het loket.
Naast mij zat een Belg, die aangenaam gezelschap bleek. Immanuel was zijn naam. Hij reisde met zijn Japans/Italiaanse schoolvriend. Beiden studeerden en woonden in de VS. Met zijn drieën hadden we wat interessante gesprekken. Bijvoorbeeld: ‘Welke vijf personen uit het verleden zou je eens willen ontmoeten?’ Zo ging de tijd sneller als verwacht… De nacht was in de bus, zonder de beloofde semi-cama’s, zwaar en vermoeiend. Van slapen kwam weinig. Ondanks dat Immanuel op een andere plek was gaan zitten, zodat we beide twee stoelen tot onze beschikking hadden.
Volgens velen was de ‘Ruta 40’, die van het noorden van het land tot aan het zuiden liep, op dit deel het mooist. Ik was dus reuzebenieuwd naar het ontwakende landschap. Het viel tegen toen het eenmaal licht werd: erg plat en kaal, geen bergen, veel laag struikgewas zonder bomen en slechts hier en daar enkele dieren. Eigenlijk was het vergelijkbaar met het eerder door mij bezochte schiereiland Peninsula Valdez… Waar de mensen wél gelijk in hadden was de slechte weg…Niet voor niets was het voorraam van de bus voorzien van een ijzeren gaasconstructie…en zelfs met dat gaas bleken er de nodige krakken in de ramen te zitten van opgesprongen steentjes.
Om een uur of één reden we speciaal om naar Los Antiguos om daar te lunchen, want eten was op deze busrit niet inbegrepen. We hadden overigens aan boord ook niet echt een wc en het enige dat we ontvingen was één ‘alfajore’ (een typisch Argentijnse koek).
In Los Antiguos kregen we anderhalf uur om te eten. Ik at steak met Immanuel, zijn schoolvriend en een Duitse medebuspassagier. Teruggekomen in de bus, had ik opeens ander gezelschap naast me. Dit was tamelijk ongewenst want nu had ik geen twee stoelen niet meer tot mijn beschikking.
Gelukkig stapte de persoon de volgende halte, anderhalf uur later, uit en kreeg ik in ruil voor hem een Israëlische. Op die halte stapten overigens opvallend veel Israëliërs in die ook zuidwaarts reisden. Deze Israëlische naast me heette Ella en was goed reisgezelschap. Het klikte. We praatten gedurende tien uur veel over de Israëlische cultuur en door haar antwoorden op mijn brandende vragen begrijp ik de Israëlieten iets beter. Voor dat ben ik haar dankbaar. Overigens kaartten we ook gewoon... We wisselden op het eind van haar bustrip emailadressen uit: zij ging eruit in El Chalten met een tiental andere Israëliërs midden in de nacht…Op dit moment reist ze nog steeds in Zuid Amerika en heb ik nog steeds contact met haar.
Wij kwamen een paar uur later aan in El Calafate, om half acht ’s ochtends. We hadden er twee uur minder over gedaan; slechts 34 uur overgedaan. Wat een meevaller! Ik besloot bij Immanuel en zijn schoolvriend te blijven, totdat ik op het internet mijn mail kon checken of de Engelsman Luke zijn hosteladres waar hij verbleef al gemaild had. Op het station viel op hoeveel honden er rondzwierven op straat!
De Belg en zijn vriend hadden geluk: ze vonden vrij snel een slaapplaats zonder gereserveerd te hebben. Daarna dronken we wat bij een cafeetje waar gebruikgemaakt kon worden van het aanwezige draadloze internet. Ik checkte mijn mail op de computer van Immanuel. Zijn schoolvriend verkeerde ondertussen in de veronderstelling zijn geldbuidel met omgerekend tweeduizend dollar verloren te hebben. Ik had al meermalen aangegeven om toch nog even zijn tas te checken…maar daar kon hij écht niet in zitten volgens hem… Hij belde intussen naar het hotel waar hij dacht ‘m verloren te hebben…en schreef de geldbuidel al bijna af… Toch bleef hij luchtig onder de situatie…naar mijn smaak té luchtig… Opeens vond hij ‘m toch in zijn tas…
Na de mail van Luke gelezen te hebben wilde ik ‘m zo snel mogelijk opzoeken in zijn hostel. Hij bleek iets buiten het dorpje te verblijven in een ruim opgezette wijk vol ho(s)tels. Lopende door dit dorpje naar het hostel zag ik dat het dorpje supertoeristisch was… Toen ik een kwartiertje later aan het hostel voorbijliep zag Luke me meteen en kwam naar buiten om me te roepen. In het hostel was er plek. Luke had de afgesproken reservering gemaakt voor een nacht.
Met Luke besloot ik in plaats van het ‘grote circuit’, slechts het ‘W circuit’ te doen in Torres del Paine. Luke kende enige tijdnood, want hij moest een specifieke datum in BA zijn om daar met vrienden rond te gaan reizen. Door het kleinere circuit te doen, zouden we een aantal dagen besparen.
Die ochtend dat ik was aangekomen, had Luke de gletsjer Porito Moreno al bezocht en hij wilde daarom de volgende morgen meteen een bus pakken naar het Chileense Puerto Natales. Ik zou dan overdag dezelfde gletsjer bezoeken en dan met de middagbus hem nareizen naar Puerto Natales. We liepen diezelfde middag naar het station om de tickets te halen. Het bleek dat Luke noodgedwongen de middagbus moest pakken: de ochtendbus zat al vol. Ik bracht verder mijn was weg en kocht alvast een thermoshirt voor mijn trekking in Torres del Paine. Ik zou datzelfde shirt de volgende dag aantrekken naar de gletsjer en daarover een gewoon shirtje, want al mijn truien waren in de was…
Even kort stelde ik mezelf de vraag of ik bij het gletsjerbezoek op de gletsjer wilde lopen óf het tafereel slechts gadeslaan? Het antwoord hing af van de prijs; ik hoorde dat op de gletsjer lopen zo´n honderd dollar kostte… en dat was vrij prijzig …té prijzig…Gadeslaan zou genoeg zijn voor me.
De dag ervoor was er een gigantisch stuk ijs afgebroken dat een kleine vloedgolf van een meter gaf. Ik had het bij een Belg op zijn camera gezien en was best jaloers op hem. Van een gids had ik te horen gekregen dat er eens in de vijf dagen zo’n groot stuk afbrokkelde. Statistisch gezien was er dus weinig kans op wat gletsjeractie…
De volgende dag verliep alles volgens plan. Ik stapte om acht uur ’s ochtends de bus in naar de gletsjer. Tijdens de busrit naar de gletsjer ontmoette ik twee Argentijnse zusjes uit Cordoba die op vakantie waren in eigen land. We bezochten vervolgens gezamenlijk de gletsjer. De Porito Moreno gletsjer zou vrij uniek zijn, want hij was nog steeds in beweging. Slechts twee andere gletsjers wereldwijd bewogen ook. Ik had nog nooit een gletsjer gezien en liet me verrassen. De gletsjer zag er groot uit en had veel verschillende kleuren blauw te genieten. Achter in de gletsjer zag je verschillende ijsstromen samenkomen die de voorzijde van de gletsjer op die manier van ijs bevoorrade. Als je goed luisterde, dan hoorde je het ijs kraken.
Ik was op zoek naar stukken uitstekend ijs, die op het punt stonden af te breken. Je zag soms kleine brokken ijs vallen van zulke uitstekende punten. Als dit vaker gebeurde, dan was de kans groter dat er een groot stuk zou afbreken. Althans, dat was mijn theorie. Eenmaal tijdens mijn bezichtiging viel er een (relatief gezien) groot stuk naar beneden (op zich was dit stuk niets vergeleken met het stuk dat de dag ervoor afbrak). Daar waar er even tevoren kleine brokken naar beneden vielen. Het grote stuk gaf een flinke plons in het water en zorgde voor vrij veel lawaai…Mijn theorie leek daarmee te kloppen (lekker kort door de bocht genomen!)…
Wellicht had dit afbreken er vanaf de waterzijde spectaculairder uitgezien… Maar ik had er niet voor gekozen om een bootje te pakken en de gletsjer vanaf waterhoogte te zien. Verschillende keren werd me namelijk gezegd dat dit niet de moeite waard zou zijn…
Overigens bleek het nog flink koud te zijn aan een thermoshirtje en een shirtje daarover! Ondanks mijn muts en handschoenen uit Cusco, bood de meegebrachte regenjas uitkomst door de wind tegen te houden.
Terug in El Calafate lunchte ik bij de Argentijnse meiden in hun hostel. Daar bleek pindakaas te zijn! Heerlijk, na een paar maanden zonder geleefd te moeten hebben! Ik nam afscheid van de zusjes, haalde mijn backpack op en liep naar het station, waar Luke al op me wachtte.
De busreis en de grensovergang verliepen voorspoedig voor ons. Zoals we beiden al wisten, was het niet toegestaan fruit, groenten of andere dierlijke producten de grens over mee te nemen naar Chili. We hadden dus alles al opgemaakt, dat anders weggegooid moest worden. De beambte vroeg aan ons waar we vandaan kwamen, keek érg vluchtig in onze backpacks en vroeg ons of we verboden dierlijke producten bij ons hadden. Ik antwoordde met een ‘gewone’ nee. Luke zei erg beslist ‘nee’ en gebruikte daarbij nog eens een gezichtsuitdrukking van ‘hoe kun je me dát vragen?’.
In Puerto Natales aangekomen zochten we naar het hostel waar een andere Engelse meid genaamd Emily zou verblijven. Zei had in El Calafate Luke ontmoet en ook te kennen gegeven een groepje te zoeken met wie ze de trekking kon doen. Ze verbleef in ´Eratic Rock´. Wij gingen dus ook naar dit hostel. Aangekomen, bleek er plek te zijn in de ´overloop´. Een huis van de eigenaar iets verderop waar ook backpackers konden slapen als het hostel vol zat. In het hostel zochten we Emily op en maakten plannen de volgende dag meteen op pad te gaan. Eerst zouden we naar de ´overloop´ gaan om onze backpack achter te laten. In onze kamer voor die nacht, pakte Luke zijn backpack uit… Wat bleek? Hij had twee appels en zelfs een flesje melk in zijn backpack! Haha! Hadden ze de tas goed doorzocht dan had hij een flinke boete gehad. Hij voelde zich erna ontzettend stom en begreep niet dat die producten in zijn tas zaten…
Die avond sliepen we niet te laat. De volgende morgen zouden we eerst flink inkopen moeten doen, om vervolgens ´s middags de bus te pakken naar het park…
Eenmaal in de bus waren we ontspannen: we waren met z´n drieën, hadden voldoende proviand ingeslagen en de tentspullen gehuurd. We waren klaar om te genieten!
De vijfdaagse trekking in Torres del Paine met de twee Engelsen was geweldig: goed gezelschap in een fantastisch park; gletsjers, bossen, prachtige blauwkleurige meren, bergen met of zonder sneeuw, watervallen en riviertjes wisselden elkaar in rap tempo af...
Het weer was grotendeels top: twee dagen was er volle zon, slechts één dag viel er een beetje regen, en er stond (eigenlijk altijd) vrij veel wind, maarreh… op de laatste en belangrijkste dag was er mist! Daardoor konden we de drie torens, kenmerkend voor het park, niet goed zien... Maar toch, we hadden geluk met het weer...
Ook bleek het kamperen gezellig: we hadden genoeg plek in ons tentje, en de plaatsen waar we stonden bleken ook goed onderhouden.
Tijdens de trip had ik een vreemde, maar aangename ontmoeting...
De vierde dag was ik bezig met het laatste uur van de achturige loopdag. Ik liep in een bos omhoog de berg op naar het kamp waar we die nacht zouden overnachten. Veel mensen kwam ik tegen op het pad die op de terugweg waren van het bezoek aan de torens. Vaak uit interesse, maar soms ook om de tijd te doden, probeerde je dan te raden waar ze vandaan kwamen. Deze keer probeerde ik ´t zelfde...Op een gegeven moment dacht ik, in een vlaag, een Nederlander te herkennen: om de een of andere manier zie je aan de kleding, de manier van lopen, dan wel het gezicht dat het een landgenoot kan zijn...
Toen hij op me afstapte keek hij me grijzend aan en zei: ‘Hey Bas!’
Ik herkende hem eerst niet door z´n korte haar (in plaats van een flinke krullenkop) en z´n zonnebril. En natuurlijk verwacht je ook geen bekende te ontmoeten aan de andere kant van de wereld!
Maar toen hij z´n zonnebril afzette, zag ik meteen dat het de broer van een vriendin van me was. Niels. Ik had bij hem voor m´n vertrek de nodige info ingewonnen...en dan ontmoet je hem in Torres del Paine; aan de ander kant van de wereld! Wat is de kans daarop? Op hetzelfde moment, op dezelfde plaats?
Hij bleek nét twee dagen aan z´n Zuid Amerikaanse tour begonnen te zijn met z´n vriendin...en was van plan in vier maanden tijd naar Quito te reizen en vandaar uit terug te vliegen...We praatten zo´n drie kwartier en toen moesten we allebei verder... Tijdens het gesprek viel z´n vriendin trouwens ook nog flauw, wat de ontmoeting nog vreemder maakte... Stom genoeg, vergat ik het bewijs vast te leggen middels een foto!
Donderdagmiddag kwamen we terug in Puerto Natales en kon ik nog beslissen een boot te pakken diezelfde avond…Ná Torres del Paine bestond de mogelijkheid om een boot te pakken die de fjorden bezocht en weer omhoog voer richting Santiago...Die boottocht leek me wel wat en sloot goed aan op mijn reisschema. Maar de prijs gooide roet in het eten: het toeristische hoogseizoen had de prijs opgedreven... Ik had verschillende verhalen gehoord over de kwaliteit van de vierdaagse boottrip: de één zei dat het een partyship was en dat het uitzicht tegenviel, de ander zei dat het uitzicht schitterend was en dat het een echte aanrader was… Hoe dan ook had het aangenaam geweest om na vijf dagen hiken in Torres del Paine een relaxte boottocht te maken. Ik besloot het niet te doen: de prijs (400 dollar in plaats van de normale 250 dollar) hield me tegen. Achteraf gezien, heb ik er wel spijt van het niet gedaan te hebben…Maar ja, dan had ik weer niet geweten hoe het landschap langs de Carretera Austral eruit zag…
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley